De wespen en mieren van Nederland




 

Hoofdstuk 1- Inleiding
Bij het zien van een wesp is de eerste reactie van mensen vaak niet erg positief. Bang voor een pijnlijke steek probeert men de wesp te verjagen of plat te slaan. Ook mieren roepen vaak onaangename associaties op. De eerste jeukende kennismaking met een mierenhoop en de overlast van een snoepende mierenmenigte in de keuken staan bij velen in het geheugen gegrift. Het is niet de eerste bedoeling van dit boek om een lans te breken voor de Nederlandse wespen en mieren. Het is vooral een bundeling van de kennis die over deze dieren bestaat. Toch zal een nadere kennismaking bij veel lezers leiden tot meer belangstelling, als ze zien hoe veel verschillende soorten er zijn en hoe groot de verschillen in hun levenswijze. De prachtige kleuren van goudwespen, de moordlust van keverdoders, het harken van de harkwesp, de superkolonies van bosmieren, het slavendrijven van de amazonemier… En dat allemaal in Nederland. Je zou er een boek over kunnen volschrijven.

  Download
   

Hoofdstuk 2 - Historie van de wespen- en mierenstudie
De mens heeft van oudsher een ambivalente houding tegenover wespen en mieren. Enerzijds is er afkeer en zelfs angst,die veroorzaakt wordt door het steekgedrag en het mieren gekriebel. Anderzijds is er bewondering voor de schoonheid,de vormenrijkdom en de fascinerende levenswijze. Onderzoekers van wespen en mieren, bij wie deze bewondering de overhand heeft, hebben in de loop der jaren veel kennis over deze dieren bijeengebracht. In dit hoofdstuk is samengevat welke personen hier een belangrijke rol in hebben gespeeld en hoe de wespen- en mierenstudie zich heeft ontwikkeld, uiteraard met speciale aandacht voor het Nederlandse onderzoek.

   Download


 

Hoofdstuk 3 - Naamgeving, verwantschappen en diversiteit
De verwantschap tussen wespen en mieren lijkt op het eerste gezicht niet voor de hand te liggen. Dit hoofdstuk bespreekt de verwantschappen van wespen en mieren met andere insecten, evenals de verwantschappen binnen de orde van de Hymenoptera, waartoe wespen en mieren behoren. Verder komt de naamgeving aan de orde en gaat het hoofdstuk in op de soortenrijkdom van wespen en mieren op wereldschaal en in Nederland. Het hoofdstuk besluit met een systematische naamlijst van de Nederlandse angeldragende wespen en mieren.

   Download


 

Hoofdstuk 4 - Lichaamsbouw en determinatie
Iedereen heeft wel een voorstelling hoe wespen en mieren er uitzien. Maar welke kenmerken moet een insect precies hebben om een wesp of mier genoemd te kunnen worden? Wat is eigenlijk een angel? Deze vragen komen in het eerste deel van dit hoofdstuk aan de orde. Het laatste en grootste deel van het hoofdstuk wordt gevormd door de determinatietabel, waarmee alle Nederlandse angeldragende wespen en mieren tot op geslacht kunnen worden herkend. Een dergelijke tabel is nog niet eerder gepubliceerd.

   Download


 

Hoofdstuk 5 - Biologie van wespen
De levenswijzen van de verschillende soorten wespen lopens terk uiteen. Zo vangen sommige soorten spinnen om er hun larven mee te voeden, terwijl andere zich gespecialiseerd hebben in het vangen van honingbijen. Ook de nestbouw is zeer divers: van een eenvoudige spleet tussen stenen tot een groot, complex bouwwerk van een papierachtige stof. In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de biologie van wespen, dat als achtergrond kan dienen bij de besprekingen van de verschillende families, genera en soorten.Achtereenvolgens komen aan bod: voortplanting en ontwikkeling, voedsel, nestbouw, natuurlijke vijanden. Dit hoofdstuk behandelt de algemene aspecten van de biologie van angeldragende wespen. In de teksten over de verschillende families komen nog vele zaken aan bod die per familie verschillend zijn.

   Download


 

Hoofdstuk 6 - Biologie van mieren
Veel mensen hebben als kind geknield bij een mierennest gezeten en zich afgevraagd waar die beestjes zo druk mee bezig waren. En nog steeds zijn er maar weinig mensen die dit weten. Waar komen die grote zwermen ‘vliegende mieren’ vandaan in de zomer? Hoe plant de koningin zich voort? Wat hebben mieren met bladluizen? In dit hoofdstuk komen deze onderwerpen aan bod. Ook wordt er ingegaan op enkele minder opvallende gewoonten van mieren, zoals het houden van slaven en het ontvangen van andere insecten als gasten.

   Download


 

Hoofdstuk 7 - Van solitair naar sociaal
Sommige wespen en vrijwel alle mieren leven in kolonies waarin de dieren gezamenlijk voor het nageslacht zorgen. Deze sociale levenswijze komt in verschillende vormen voor. Ook blijken er verschillende wegen te zijn waarlangs deze samenlevingsvormen in de loop van de evolutie ontstaan zijn. Welke wegen zijn dit en welke voordelen zijn er verbonden aan een sociale levenswijze? Dit hoofdstuk behandelt de theorieën die een antwoord op deze vragen proberen te geven.

   Download


 

Hoofdstuk 8 - Herkomst, opslag en bewerking van gegevens
Voor een boek als dit zijn vele gegevens nodig. Deze liggen niet voor het oprapen, maar zijn door vele liefhebbers in hun vrije tijd verzameld in collecties, notitieboekjes en databestanden. Zonder deze jarenlange inspanningen zouden de kaartjes leeg zijn en was er niets te vertellen. Voor het overzichtelijk presenteren van de gegevens zijn verschillende methoden nodig. Dit hoofdstuk maakt duidelijk waar de gegevens vandaan komen, hoe ze zijn opgeslagen en welke bewerkingen zijn uitgevoerd om ze in de huidige vorm in dit boek op te kunnen nemen.

   Download


 

Hoofdstuk 9 - Wespen en mieren in 7 regio's
Nederland is onder te verdelen in regio’s die van elkaar verschillen door zaken als bodemtype, klimaat en ontstaansgeschiedenis.Deze verschillen hebben invloed op de samenstelling van de wespen- en mierenfauna. Sommige soorten zijn in de ene regio algemeen, terwijl ze in de andere nauwelijks voorkomen. In dit hoofdstuk wordt een globaal overzicht gegeven van de wespen- en mierenfauna van Nederland.Welke soorten zijn algemeen in welke regio en wat zijn de enmerkende soorten?

   Download


 

Hoofdstuk 10 - Veranderingen in de wespen- en mierenfauna
De fauna van een gebied is niet statisch, maar steeds aan veranderingen onderhevig. Soorten sterven uit of worden zeldzamer, maar er zijn ook soorten die hun areaal juist uitbreiden. In dit hoofdstuk wordt een poging gedaan om de ontwikkelingen in de tijd aan het licht te brengen voor de verschillende soorten wespen en mieren in Nederland. Welke soorten zijn verdwenen of achteruitgegaan? Welke soorten zijn stabiel gebleven of toegenomen? De uiteindelijke balans geeft aanleiding tot zorg: in elke wespenfamilie, en ook bij de mieren, zijn meer soorten achteruit gegaan dan vooruit.

   Download


 

Hoofdstuk 11 - Wespen, mieren en natuurbeheer
Bij het beheer van natuurgebieden richt men zich doorgaans op het behoud van ecosystemen en populaire doelsoorten. Meestal gaat het om planten, zoogdieren, vogels, amfibieën en reptielen. Van de kleine ongewervelde dieren wordt vaak aangenomen dat ze profiteren van de genomen beheersmaatregelen. Sinds de juistheid van deze aanname in twijfel wordt getrokken is de belangstelling voor de effecten van natuurbeheersmaatregelen voor insecten en andere ongewervelden toegenomen. Dagvlinders, libellen, bijen en sprinkhanen krijgen al veel aandacht, maar wespen en mieren spelen nog nauwelijks een rol bij het beheer van natuurgebieden. Worden de leefgebieden van deze soorten voldoende beschermd of zouden beheersmaatregelen beter opdeze dieren moeten worden afgestemd? Indien dit laatste het geval is, welke maatregelen moeten dan getroffen worden?

   Download


 

Hoofdstuk 12 - Wespen en mieren onderzoeken
Wie een dik boek als dit op schoot heeft, zou kunnen denken dat alles over wespen en mieren nu wel gezegd is. Niets is echter minder waar. De kennis van de verspreiding van de soorten vertoont nog grote hiaten en verandert voortdurend.Niet alleen wat betreft de verspreiding en systematiek,maar zeker ook op het gebied van de biologie van deze insecten is nog veel te ontdekken. Voor de gevorderde onderzoeker is het zelfs nog mogelijk om nieuwe soorten voor de wetenschap te beschrijven. Maar hoe zet een onervaren belangstellende de eerste stappen in de wereld van het wespen- en mierenonderzoek? Dit hoofdstuk gaat, met behulp van voorbeelden, in op de mogelijkheden voor faunistisch, ethologisch, ecologisch en taxonomisch onderzoek.In het laatste deel worden de praktische kanten van zulk onderzoek belicht.

   Download


 

Hoofdstuk 13 - De soorten [incl. Bethylidae - Platkopwespen]
In dit hoofdstuk worden alle uit Nederland bekende soorten angeldragende wespen en mieren besproken. De soortbesprekingen zijn alfabetisch gerangschikt per genus, en de genera zijn alfabetisch gerangschikt per familie. Voor de volgorde van de families is de systematische naamlijst uit hoofdstuk 3 aangehouden.

   Download


 

Chrysididae - Goudwespen

   Download


 

Dryinidae - Tangwespen

   Download


 

Embolemidae - Peerkopwespen

   Download


 

Formicidae - Mieren

   Download


 

Mutillidae - Mierwespen

   Download


 

Sapygidae - Knotswespen

   Download


 

Tiphiidae - Keverdoders

   Download


 

Pompilidae - Spinnendoders

   Download


 

Vespidae - Plooivleugelwespen

   Download


  Ampulicidae- Kakkerlakkenwespen
    Download
     Sphecidae - Langsteelgraafwespen     Download
     Crabronidae - Graafwespen     Download
     Verklarende woordenlijst     Download
     Literatuur    Download
     Summary    Download
     Bijlage 1 - Lijst van medewerkers    Download
     Bijlage 2 - Statustabellen wespen en mieren    Download
     Bijlage 3 - Meest verbreide en kenmerkende soorten per regio    Download
     Bijlage 4 - Verantwoording van de illustraties    Download
    Index    Download