Behangersbijen

Buikschuier 

Behangersbijen Megachile zijn grote (9-18 mm), breedgebouwde bijen, waarvan de vrouwtjes een 'buikschuier' hebben: lange, dichte beharing onderop het achterlijf, waartussen ze stuifmeel transporteren. In tegenstelling tot bijvoorbeeld zand- en groefbijen hebben behangersbijen geen verzamelharen voor stuifmeel aan hun poten. Ze kunnen verward worden met metselbijen, waarvan ze verschillen door lastige kenmerken als het ontbreken van een 'hechtlapje' tussen de klauwtjes aan het uiteinde van de tarsen. Met wat ervaring lukt het meestal wel om behangersbijen van metselbijen te onderscheiden zonder naar zulke moeilijke kenmerken te kijken. In Nederland komen 13 soorten voor.

 

Bloemetjesbehang

Behangersbijen danken hun naam aan de gewoonte van de vrouwtjes om hun nestcellen te 'behangen' met stukjes blad. Deze stukjes knippen ze zelf met hun kaken uit de bladeren van allerlei planten. Zo kan het gebeuren dat de rozenstruik in de tuin opeens in een gatenkaas verandert. Aan dit gedrag zijn behangersbijen direct te herkennen. Een bij die met een bladstukje tussen kaken en poten geklemd langsvliegt, is een behangersbij. Dit is soms te zien bij bijenhotels, waarin behangersbijen regelmatig hun nesten bouwen. Ze gebruiken soms ook bloemblaadjes om hun nesten mee te behangen.

 

Meer over behangersbijen is te lezen in dit hoofdstuk van het boek Gasten van bijenhotels.

De grote behangersbij Megachile willughbiella doet zijn naam met een lichaamslengte van 12-16 mm eer aan. Vrouwtjes zijn herkenbaar aan hun tweekleurige buikschuier: grotendeels oranje met een zwart uiteinde. De grote behangersbij is een algemene verschijning in allerlei gebieden, ook in tuinen. Foto Pieter van Breugel.

Dit vrouwtje van de tuinbladsnijder Megachile centuncularis is bezig met het uitsnijden van een stukje blad. Aan de andere kant van het blad is ze al eerder bezig geweest. Foto Pieter van Breugel.

Met het bladstukje tussen kaken en poten geklemd vliegt dit vrouwtje van de tuinbladsnijder naar haar nest, om dit van een plantaardig behangetje te voorzien. Foto Pieter van Breugel.

Het mannetje van de grote bladsnijder is herkenbaar aan zijn 'bokshandschoentjes': de tarsen van de voorpoten zijn breed, afgeplat en witachtig geel. Deze bijzonder gevormde poten spelen een rol bij de paring. Lees hier meer over op pagina 373 in de soortbesprekingen uit het boek De Nederlandse bijen

In dit bijenhotel heeft een tuinbladsnijder enkele nestjes gebouwd in enkele gangen en deze met bladstukjes afgesloten. Voor sommige heeft ze hierbij stukjes van groene bladeren gebruikt, voor andere gaf ze de voorkeur aan roze bloemblaadjes. Foto Pieter van Breugel.