Gitjes

Veel gelijkende soorten

Het valt op het eerste gezicht niet mee om de meer dan 40 Nederlandse soorten gitjes van elkaar te onderscheiden. De meeste zijn klein en zwart. Sommige zijn echter best makkelijk, zoals het wollig gitje met zijn hommelachtige beharing. Of het vrouwtje van het kervelgitje met haar grote oranje antennen. Of het grote, langwerpige, geheel zwarte bosgitje. Wie zich er in verdiept zal ook andere soorten gaan herkennen en er zelfs de lol van in gaan zien!

 

Zeer gespecialiseerd

Gitjes leven als larve in planten. Sommige soorten leven in de wortels, andere in stengels en enkele in bladeren. Alle soorten gitjes hebben zich sterk gespecialiseerd in één of enkele plantensoorten. Zo is er een soort die bladmijnen maakt in daslook (het daslookgitje) en een soort die in wortels van boterbloemen leeft (het gewoon weidegitje).

Vanzelfsprekend zijn gitjes die op een zeldzame voedselplant zijn aangewezen zelf ook zeldzaam. Een voorbeeld is het nagelkruidgitje, dat zich ontwikkeld in knikkend nagelkruid. Deze plant is in Nederland sterk achteruitgegaan, waardoor het nagelkruidgitje uit ons land is verdwenen. Overigens betekent een algemene voedselplant niet automatisch dat het bijbehorende gitje ook algemeen is. Het weegbreegitje is bijvoorbeeld zeer zeldzaam in Nederland, terwijl de weegbreesoorten waarin de larve leeft overal zeer algemeen zijn.

Drie Nederlandse soorten leven als larve niet in planten, maar in paddenstoelen.

Het vrouwtje van het kervelgitje Cheilosia pagana heeft opvallend grote, oranje antennen. De larven zijn gevonden in de wortels van fluitenkruid, engelwortel en gewone berenklauw. Foto Menno Reemer.

Wel een gitje, maar niet klein en zwart: het vosrood gitje Cheilosia chrysocoma is een groot, lang behaard gitje, dat wel wat wegheeft van het vosje, een solitaire bij. Foto Tim Faasen (Ecologica).

Het gewoon weidegitje Cheilosia albitarsis leeft als larve in de wortels van scherpe en kruipende boterbloem. De volwassen vliegen hebben een opvallende voorkeur voor de bloemen hiervan. Foto Menno Reemer.

De larven van het daslookgitje Cheilosia fasciata zijn in april/mei makkelijk te vinden. Ze eten zich een weg door de bladeren van daslook en veroorzaken hierin grote, witachtige vlekken. Op deze foto is de larve zelf in het midden onderin te zien als een langwerpig, geelwit vlekje. Foto Menno Reemer.