Een zweefvliegenleven

Cyclus

Zo veel soorten zweefvliegen als er zijn, zo veel verschillende levenslopen zijn er. Elke zweefvliegensoort heeft zijn eigenaardigheden en dit maakt het bestuderen van zweefvliegen erg interessant. Meer over deze grote variatie is te lezen onder ZweefvliegenportrettenVolwassen zweefvliegen en Larven. Klik hier voor informatie over Herkenning en determinatie van de verschillende soorten. Ondanks de grote  verschillen tussen de soorten zijn er enkele belangrijke overeenkomsten in het leven van alle zweefvliegen. Deze staan hieronder genoemd.

 

De levenscyclus van alle zweefvliegen verloopt als volgt (zie onder voor meer uitleg):

  • elke zweefvlieg begint als ei
  • uit het ei komt een larve, die zich voedt en enkele vervellingen doorloopt
  • de larve verpopt
  • uit de pop verschijnt een zweefvlieg (man of vrouw), die zich voedt met nectar en stuifmeel
  • mannetjes en vrouwtjes paren
  • vrouwtje zoekt een geschikte plek voor de eileg en legt nieuwe eieren

Voedsel: larve of volwassen zweefvlieg?

Het larvestadium bepaalt in sterke mate waar een zweefvliegensoort voorkomt. De eisen die zweefvliegenlarven aan hun leefomgeving stellen, verschillen sterk per soort. Grofweg zijn er vier hoofdgroepen van soorten te onderscheiden: predatoren (rovers), planteneters, bacteriefilteraars in water en modder, bacteriefilteraars in dood hout en oude bomen. Hierbinnen is de verscheidenheid zeer groot. Meer hierover is te lezen op de pagina Larven. Ook in de precieze timing en duur van de verschillende levensstadia bestaan veel verschillen tussen soorten, zoals in deze figuur is samengevat.

 

Terwijl de larven van zweefvliegen in hun voedselvoorkeuren sterk van elkaar verschillen, zijn de dieetwensen van volwassen zweefvliegen opvallend eenvormig. Vrijwel alle volwassen zweefvliegen voeden zich met nectar en stuifmeel. Ze zijn dus veel op bloemen te vinden en dragen zo een belangrijk steentje bij aan de bestuiving ervan.

Schematische weergave van een zweefvliegenleven. Achtereenvolgens: ei, drie larvenstadia, pop en volwassen stadium. Tekening: Inge van Noortwijk (bron: De Nederlandse zweefvliegen).

 

(a) Eileggend vrouwtje van de gewone pendelzweefvlieg op een blad van waterweegbree. 

(b) Het legsel omvat bijna 200 eitjes.

(c) De eitjes zijn dicht opeengepakt.

(d) Eerste-stadiumlarve.

Foto's: Fritz Geller-Grimm (bron: De Nederlandse zweefvliegen).