Hoe herken ik een bij

Bijen zijn er in vele soorten en maten. Hommels zijn grote, dikke bijen met een wollige, kleurrijke beharing. Andere bijen zijn juist klein, slank en bijna kaal. De kleuren variëren van geheel zwart of metaalgroen tot bontgekleurd met rode, witte of gele vlekken. Hierdoor kan het lastig zijn om bijen te onderscheiden van zweefvliegen en wespen.

Met ondergenoemde kenmerken zullen veel bijen van zweefvliegen en wespen te onderscheiden zijn, maar vooral in het begin is het soms nog lastig. In het veld komt het dan aan op ervaring. Onder een microscoop kun je ook naar andere kenmerken kijken. Zie voor deze microscopische verschillen de tekst Bij of wesp? in het hoofdstuk Bijen determineren uit het boek De Nederlandse bijen.

Verschillen met zweefvliegen 

Sommige zweefvliegen lijken door hun beharing sterk op bijen, maar verschillen hiervan doordat zij twee vleugels hebben. Bijen hebben vier vleugels. De voor- en achtervleugels van bijen liggen echter vaak over elkaar, zodat lijkt alsof ze maar twee vleugels hebben. In de praktijk is het makkelijker om naar de lengte van de voelsprieten op de kop te kijken: bijen hebben lange sprieten, zweefvliegen meestal korte. Ook hebben bijen kaken onderaan kun kop, vliegen hebben alleen een tong.

Verschillen met wespen

Veel bijen zijn door hun lange beharing van wespen te onderscheiden. Wespen zijn veel kaler. Ook hebben bijen vaak een bosje extra lange haren aan hun achterpoten, waarmee ze stuifmeel verzamelen. Bij sommige bijen zitten deze speciale haren aan de onderkant van hun achterlijf. Wespen hebben nooit zulke lange haren aan poten of achterlijf.

Er zijn echter ook bijen (zoals wespbijen en maskerbijen) die bijna kaal zijn en een zwart met geel, wit of rood kleurenpatroon hebben, waardoor ze erg op wespen lijken. Wespen hebben altijd een slanke tars van de achterpoot, terwijl bij bijen het eerste tarslid van de achterpoot vaak verbreed is. Veel graafwespen zijn van bijen te onderscheiden doordat ze een zilver- of goudkleurig 'snorretje' op de voorkant van hun kop hebben.

Ook in gedrag is er een belangrijk verschil tussen bijen en wespen. Bijen verzamelen stuifmeel op bloemen, dat ze naar hun nest transporteren. Wespen zijn ook wel op bloemen te vinden, maar drinken daar alleen nectar en verzamelen geen stuifmeel. Voor hun larven verzamelen wespen dierlijk voedsel. Een insect dat een prooi vangt of transporteert is dus nooit een bij. Een insect dat stuifmeel verzamelt is nooit een wesp.

 


   Bijen en wespen hebben altijd vier vleugels en lange antennen. Vaak lijkt het echter alsof ze maar twee vleugels hebben, omdat voor- en achtervleugels over elkaar heen kunnen liggen. Foto Roy Kleukers.
    Hier zijn voor- en achtervleugel duidelijk te onderscheiden. Foto Pieter van Breugel.
    Zweefvliegen hebben altijd twee vleugels. Bij de meeste soorten, zoals bij deze blinde bij, zijn de antennen kort. Bij bijen zijn ze altijd lang. Ook aan de dunne, kort behaarde poten is te zien dat dit geen bij is. Foto Pieter van Breugel.
    De meeste zweefvliegen hebben korte antennen, maar sommige, zoals deze gouden glanszweefvlieg, hebben lange. Kijk dan naar het aantal vleugels of naar de kop: zweefvliegen hebben alleen een tong, bijen hebben ook kaken. Verder is op deze foto te zien dat de poten erg slank en kort behaard zijn. Bijen hebben meestal duidelijk dikkere en meer behaarde poten. Foto Cor Zonneveld.
    Graafwespen hebben vaak een zilver- of goudkleurig 'snorretje' op hun gezicht. Dit onderscheidt ze van wespachtige bijen. Foto Pieter van Breugel. 
    Bijen eten uitsluitend vegetarisch. Een insect met een prooi is dus nooit een bij. Deze bijenwolf (een graafwesp) heeft een honingbij gevangen. Foto Pieter van Breugel.