Bladlopers

Bladlopers zijn bladlikkers

Bladlopers zijn zweefvliegen uit de genera Xylota, Chalcosyrphus en Brachypalpoides. Het zijn langwerpige, vrij grote zweefvliegen met kenmerkend gedrag. Ze lopen veel over bladeren en doen daarom wel aan bladwespen denken. Dit gedrag onderscheidt ze van andere zweefvliegen, waarbij het bladlopen minder vast onderdeel uitmaakt van de dagelijkse routine.


Anders dan de meeste andere zweefvliegen zie je bladlopers zelden op bloemen. In plaats daarvan likken ze hun voedsel op van de bladeren waarover ze lopen. Wat ze hierbij precies eten is onduidelijk, maar vermoedelijk is het stuifmeel en honingdauw dat op de bladeren is gevallen. Opvallende uitzonderingen zijn de bloedrode bladloper Brachypalpoides lentus en de toepasselijk genaamde bloembladloper Xylota jakutorum. Deze soorten bezoeken wel regelmatig bloemen.

Er komen in Nederland 15 soorten bladlopers voor.

 

Molm en schors

Bladlopers zijn echte bosdieren. Niet alleen omdat daar de bladeren zijn waar zij zo graag over lopen, maar ook omdat de larven zich in rottend hout ontwikkelen. Rottingsholten in oude bomen, rottende boomwortels, oude stronken en nat hout vlak achter de shors: dit zijn plekken waar de larven van bladlopers zich ophouden. Ze voeden zich daar met bacteriën. De adembuis aan het uiteinde van hun achterlijf is bij veel soorten enigszins verlengd, zodat ze wat dieper in de houtpap kunnen kruipen zonder in ademnood te komen. 

Langwerpig achterlijf, laag op de poten met verdikte achterdijen, gezicht zonder middenknobbel. Deze gewone rode bladloper Xylota segnis voldoet volledig aan het bladlopersignalement. Foto Menno Reemer. 

Anders dan de meeste andere bladlopers is de bloedrode bladloper Brachypalpoides lentus vaak op bloemen te vinden. Foto Menno Reemer.

De korte bladloper Chalcosyrphus nemorum is de kleinste bladlopersoort in Nederland. De larven leven achter schors van dode, liggende stammen en takken op natte, beschaduwde plekken. Foto Roy Kleukers.

De grote gouden bladloper Xylota sylvarum is een opvallende verschijning met zijn goudgeel behaarde achterlijfspunt. Het is een echte bossoort, die pas verschijnt als er voldoende dood hout in het bos aanwezig is. Foto Roy Kleukers.

De larve van de roodpuntbladloper Chalcosyrphus piger leeft achter schors van dode dennenstammen. Foto Roy Kleukers.

De kleine rooddijbladloper Chalcosyrphus valgus was al 30 jaar niet meer in Nederland gezien, tot hij in 2009 weer opdook in het zuidoosten van het land. Foto Tim Faasen (Ecologica).