Reuzen

Groot en bol

In Nederland komen vijf soorten reuzen Volucella voor: de hommelreus, de wespreus, de stadsreus, de witte reus en de gele reus. Het zijn grote, bolle zweefvliegen met een vrij lange snuit. Hun antennen dragen een pluim. De hommel-, stads- en witte reus zijn algemeen in Nederland. De andere twee zijn zeldzaam.

 

In hommel- en wespennesten

Vier van de vijf Nederlandse reuzensoorten ontwikkelen zich in de nesten van sociale insecten. De hommelreus leeft als larve in de nesten van verschillende soorten hommels. De larven voeden zich daar met afval dat zich in het nest ophoopt. De larven van de stadsreus en de witte reus leven van afval in nesten van sociale plooivleugelwespen (gewone wesp, Duitse wesp en hoornaar). Ook de larve van de wespreus leeft in nesten van deze wespen, maar hij voedt zich parasitair op een wespenlarve. De wespenlarve leeft hierbij voort totdat de larve van de wespreus hem uiteindelijk leegzuigt. 

Met een lichaamslengte die meer dan 2 cm kan bedragen is de stadsreus Volucella zonaria de grootste zweefvlieg van Nederland. Vroeger een zeldzaamheid, maar de laatste 30 jaar steeds gewoner geworden. Opvallend veel in stedelijk gebied, vandaar de Nederlandse naam. Foto Menno Reemer.

De hommelreus Volucella bombylans is hommelachtig behaard. Zijn larven leven in hommelnesten. Er komen verschillende kleurvormen voor die op verschillende hommelsoorten lijken. Dit heeft echter niets te maken met de hommelsoorten waarbij ze te gast zijn: uit hetzelfde hommelnest kunnen verschillende kleurvormen van deze zweefvlieg tevoorschijn komen. Foto Tim Faasen (Ecologica).

Mannetjes van de witte reus Volucella pellucens staan vaak boven bospaden stil in de lucht te zweven. Met hun half zwart / half geelwitte achterlijf zijn ze goed herkenbaar. Foto Roy Kleukers.

Een paring van twee hommelreuzen. Het vrouwtje bungelt hier onderaan het achterlijf van het mannetje, maar het omgekeerde gebeurt ook. Deze paringshouding is ongebruikelijk bij zweefvliegen (zie Volwassen zweefvliegen). Foto Roy Kleukers.